RvdW 2004, 107
Schadevergoeding na ontbinding (koop)overeenkomst wegens toerekenbare tekortkoming; begroting schade; maatstaf; abstracte schadeberekening. Contractueel bedongen vergoeding van buitengerechtelijke rechtsbijstandkosten en proceskosten: toets van art. 6:96 lid 2 sub c BW niet van toepassing.
HR 24-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP7760 (Van Gemerden-Muijlaert/Moes)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 2004
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/098HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AP7760
- Roepnaam
Van Gemerden-Muijlaert/Moes
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP7760, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP7760, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑2004
- Wetingang
BW art. 6:96; BW art. 6:277; BW art. 7:36
Essentie
Schadevergoeding na ontbinding (koop)overeenkomst wegens toerekenbare tekortkoming; begroting schade; maatstaf; abstracte schadeberekening. Contractueel bedongen vergoeding van buitengerechtelijke rechtsbijstandkosten en proceskosten: toets van art. 6:96 lid 2 sub c BW niet van toepassing.
Vervolg op HR 13 april 2001, NJ 2002, 391 m.nt. HJS. De omvang van de schade die moet worden vergoed door de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding van een overeenkomst heeft opgeleverd, dient te worden vastgesteld door met elkaar in vergelijking te brengen, enerzijds, de hypothetische situatie waarin de wederpartij zou hebben verkeerd bij een in alle opzichten onberispelijke wederzijdse nakoming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.