NJ 2005, 61
Zwaaien met vuisten bij hoofd fietsend slachtoffer binnen bereik 285 Sr.
HR 14-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP2145, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02733/03
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AP2145
- JCDI
JCDI:ADS113243:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP2145, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP2145, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2004
- Wetingang
Sr art. 285
Essentie
Verdachte is zwaaiend met gebalde vuisten op het fietsende slachtoffer afgerend, schreeuwend dat zij moest opdonderen, welke woorden hij kracht bijzette door toen hij haar dicht genaderd was, slaande bewegingen te maken naar haar hoofd. Hof kon oordelen dat hier sprake was van bedreiging met zware mishandeling, in aanmerking genomen dat het uitoefenen van uitwendig geweld op het hoofd in een dergelijke situatie ernstige gevolgen kan hebben.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 juni 2003, nummer 22/000729–03, in de strafzaak tegen D.B., adv. R.J. Baumgardt te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.