NJ 2005, 223
Instellen rechtsmiddel door resp. tegen een niet (meer) bestaande rechtspersoon.
HR 10-09-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO9053
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 september 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/097HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AO9053
- JCDI
JCDI:ADS143489:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO9053, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑09‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO9053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2004
- Wetingang
Rv art. 343
Essentie
Instellen rechtsmiddel door resp. tegen een niet (meer) bestaande rechtspersoon.
Een rechtsmiddel kan in beginsel alleen worden aangewend door een ten tijde van die handeling nog bestaande rechtspersoon.
Een rechtsmiddel dient in beginsel te worden ingesteld tegen de processuele wederpartij in de vorige instantie. De wederpartij die het rechtsmiddel aanwendt, heeft de vrijheid om naast die wederpartij diens rechtsopvolger in de volgende instantie te betrekken. Wanneer de wederpartij ten tijde van het aanwenden van het rechtsmiddel niet meer bestaat, ken het rechtsmiddel echter — op strafte van niet-ontvankelijkheid — uitsluitend tegen de rechtsopvolger worden ingesteld. Het instellen van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.