NJ 2007, 116
Devolutieve werking van het appel; vordering in reconventie; uitleg grieven.
HR 03-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7883
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/046HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AO7883
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO7883, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO7883, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2004
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2003
- Wetingang
Essentie
Devolutieve werking van het appel; vordering in reconventie; uitleg grieven.
Het hof heeft zich, nadat het de tegen de bewijswaardering door de rechtbank gerichte grieven van de verkopers (gedaagden in eerste aanleg in conventie) gegrond had bevonden, gezet aan een hernieuwde beoordeling van de reconventionele vordering van de verkopers met betrekking tot de door de koper verschuldigde resterende koopsom. Het hof achtte zich daartoe bevoegd in verband met de devolutieve werking van het appel en de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie. Daarmee heeft het hof op zichzelf niet een onjuiste toepassing gegeven aan de devolutieve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.