RvdW 2004, 94
Aanbod getuigenbewijs in hoger beroep; specificatie-eis; eisen goede procesorde.
HR 09-07-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO7817
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/079HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AO7817
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO7817, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO7817, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2004
- Wetingang
Essentie
Aanbod getuigenbewijs in hoger beroep; specificatie-eis; eisen goede procesorde.
Ingevolge het bepaalde in art. 166 lid 1 jo. art. 353 lid 1 Rv moet een partij in hoger beroep tot getuigenbewijs worden toegelaten indien zij voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot beslissing van de zaak kunnen leiden. Het antwoord op de vraag of een bewijsaanbod voldoende specifiek is, hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij de rechter, mede in verband met de eisen van een goede procesorde, zal moeten letten op de wijze waarop het processuele debat zich heeft ontwikkeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.