JOL 2004, 378
Grensoverschrijdende betekening cassatiedagvaarding; betekening aan kantoor procureur vorige instantie niet gevolgd door betekening cfm. EG-betekeningsverordening: verstekweigering.
HR 25-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0955
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
C04/063HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AP0955
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP0955, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP0955, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑2004
Essentie
Grensoverschrijdende betekening cassatiedagvaarding; betekening aan kantoor procureur vorige instantie niet gevolgd door betekening cfm. EG-betekeningsverordening: verstekweigering.
Nu verweerster in cassatie is gevestigd in België dient betekening van de cassatiedagvaarding te geschieden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1348/2000 (EG-betekeningsverordening) en met inachtneming van art. 56 lid 2 t/m 4 Rv. Geschiedt, zoals in het onderhavige geval, betekening op de voet van art. 63 lid 1 Rv aan het kantoor van de procureur in de vorige instantie, zoals voorzien in art. 56 lid 3 Rv, dan dient die betekening vergezeld te gaan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.