RFR 2004, 3
Afstammingsrecht. Moet het hof ambtshalve een DNA-onderzoek gelasten als vaststelling van het vaderschap wordt verzocht?
HR 11-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AP1318
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, E.J. Numann, F.B. Bakels; A-G E.M. Wesseling-van Gent
- Zaaknummer
R03/095HR
- LJN
AP1318
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1318, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AP1318, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2004
- Wetingang
BW art. 1:207; Rv art. 150; Rv art. 194
Essentie
Moet het hof ambtshalve een DNA-onderzoek gelasten als vaststelling van het vaderschap wordt verzocht?
Samenvatting
Het hof heeft het vaderschap van een man ten aanzien van diens dochter vastgesteld op grond van een aantal omstandigheden, waaronder het feit dat iedere maand een onderhoudsbijdrage van ƒ 200 ten behoeve van de dochter werd overgemaakt, welk bedrag de biologische moeder genoeg vond, een overlijdensadvertentie, waaruit blijkt dat de dochter is erkend als een kind van de man, nu zij als jongste van de kinderen staat vermeld, de spaarrekening die na een positief resultaat van de door de man opgedragen bloedtest ten behoeve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.