NJ 2005, 116
Gerechtelijke vaststelling vaderschap; ambtshalve bewijsopdracht; DNA-onderzoek verplicht?
HR 11-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AP1318, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/095HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
J. de Boer
- LJN
AP1318
- JCDI
JCDI:ADS157644:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1318, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AP1318, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2004
- Wetingang
Bw art. 1:207 lid 1; Rv art. 150
Essentie
Gerechtelijke vaststelling vaderschap; ambtshalve bewijsopdracht; DNA-onderzoek verplicht?
De wet schrijft niet voor hoe aangetoond moet worden dat een persoon de verwekker is van een kind dan wel als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking tot gevolg kan hebben gehad. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de rechter ambtshalve bewijs kan verlangen en dat hij ambtshalve een deskundigenbericht kan gelasten. De wetsgeschiedenis biedt geen steun voor de stelling dat de rechter ambtshalve een DNA-onderzoek moet bevelen of dat een dergelijk onderzoek ingevolge een verzwaarde stelplicht of een bijzondere bewijsregel moet plaatsvinden.
Samenvatting
Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.