RvdW 2004, 74
Schadeverzekering; beroep verzekeraar op vervalbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
HR 14-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5662 (Witte/Alte Leipziger)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 mei 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/030HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AO5662
- Roepnaam
Witte/Alte Leipziger
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO5662, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO5662, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑05‑2004
- Wetingang
BW art. 3:12; BW art. 6:2; BW art. 6:248
Essentie
Schadeverzekering; beroep verzekeraar op vervalbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
Gezien het oordeel van de Hoge Raad in zijn arrest van 12 januari 1996, NJ 1996, 683 m.nt. MMM en de gronden waarop het berust, in samenhang met de op het onderhavige punt in Nederland levende rechtsovertuiging, zoals deze is af te leiden uit uitspraken van de Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf, moet worden aangenomen dat het beroep door een verzekeraar op een in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen vervalbeding, ook als de vervaltermijn een jaar na afwijzing van de aanspraak bedraagt, naar maatstaven van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.