RvdW 2004, 69
Beginsel van formele rechtskracht; taakverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter; uitzondering ingeval betrokkene in procedure bij bestuursrechter niet in gelegenheid is geweest tot horen getuigen?
HR 07-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO3167 (Paul/Den Haag)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/013HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AO3167
- Roepnaam
Paul/Den Haag
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO3167, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO3167, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2004
- Wetingang
Essentie
Beginsel van formele rechtskracht; taakverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter; uitzondering ingeval betrokkene in procedure bij bestuursrechter niet in gelegenheid is geweest tot horen getuigen?
Voor een uitzondering op het beginsel van de formele rechtskracht in een geval als het onderhavige waarin de procedure bij de bestuursrechter niet heeft geleid tot de vernietiging van het bestreden bestuursbesluit, is alleen dan plaats indien moet worden geoordeeld dat in de procedure bij de bestuursrechter is gehandeld is strijd met een fundamenteel rechtsbeginsel waardoor niet meer gesproken kan worden van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak. De enkele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.