NJ 2004, 330
Einde bestaan ontbonden besloten vennootschap; rechtsgevolg inschrijving ontbinding in handelsregister. Hoger beroep; bij memorie van antwoord aangevoerde stelling.
HR 26-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO2779
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/316HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AO2779
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO2779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO2779, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2004
- Wetingang
BW art. 2:19; BW art. 2:23c; Rv art. 347
Essentie
Einde bestaan ontbonden besloten vennootschap; rechtsgevolg inschrijving ontbinding in handelsregister. Hoger beroep; bij memorie van antwoord aangevoerde stelling.
Nu de Rechtbank de vordering van de — op 20 september 1999 ontbonden — besloten vennootschap op thans verweerster in cassatie bij verstek had toegewezen en op het verzet daartegen nog niet was beslist, kon het Hof niet zonder meer oordelen dat de vennootschap op die datum géén baten meer had en had opgehouden te bestaan. Het feit dat de ontbinding was ingeschreven in het desbetreffende handelsregister mocht door verweerster niet zonder meer voor juist worden gehouden nu zij wist ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.