NJ 2004, 509
Verplichte procesvertegenwoordiging voor wrakingsverzoek in cassatie.
HR 30-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6270
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
00751/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO6270
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO6270, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO6270, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2004
- Wetingang
Sv art. 437 lid 2; Sv art. 512; Sv art. 513
Essentie
Voor een wrakingsverzoek in de cassatiefase geldt een verplichte procesvertegenwoordiging. Nu het wrakingsverzoek niet is ingediend door een advocaat is de verdachte niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Uitspraak
Beslissing naar aanleiding van een verzoek om wraking in de strafzaak (nr. 00232/03), tegen W.F. van M., adv. mr. W.J.E. Hendriks te Amsterdam, welk verzoek is ingediend door W.F. van M. voornoemd.
Hoge Raad:
1. Het geding in cassatie in de hoofdzaak
1.1
Het Gerechtshof te Arnhem heeft in hoger beroep bij arrest van 30 mei 2002 — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.