JOL 2004, 139
Pensioen. Verhouding van BV als uitvoerder van PSW en WVP en de ex-echtgenote van de directeur-grootaandeelhouder als vereveningsgerechtigde én degene die aanspraak heeft op het bijzonder weduwenpensioen; maatstaven redelijkheid en billijkheid.
HR 12-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO1289
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2004
- Magistraten
J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/319HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AO1289
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO1289, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO1289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2004
Essentie
Pensioen. Verhouding van BV als uitvoerder van PSW en WVP en de ex-echtgenote van de directeur-grootaandeelhouder als vereveningsgerechtigde én degene die aanspraak heeft op het bijzonder weduwenpensioen; maatstaven redelijkheid en billijkheid.
De toewijsbaarheid van de vordering van de vrouw tot veroordeling van de BV als uitvoerder van de PSW en de WVP om het kapitaal benodigd voor haar pensioenaanspraken jegens de BV — te weten de door de vrouw als gevolg van de echtscheiding verkregen premievrije aanspraak op bijzonder weduwenpensioen als bedoeld in art. 8a PSW en het op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.