JOL 2004, 119
Faillissementsaanvrage; toestand van te hebben opgehouden te betalen; feitelijk oordeel; motiveringseisen. Steunvordering; aan het bestaan daarvan te stellen eisen.
HR 05-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1338
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2004
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/115HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AO1338
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO1338, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO1338, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑03‑2004
Essentie
Faillissementsaanvrage; toestand van te hebben opgehouden te betalen; feitelijk oordeel; motiveringseisen. Steunvordering; aan het bestaan daarvan te stellen eisen.
Het oordeel omtrent de vraag of is komen vast te staan dat de schuldenaar verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen, is feitelijk van aard; aan dat oordeel kunnen geen strenge motiveringseisen worden gesteld. Met zijn oordeel dat de door de aanvrager aangevoerde steunvordering niet in aanmerking kan worden genomen, zulks omdat niet direct aannemelijk is dat de betwisting door de schuldenaar van deze vordering ongegrond is, heeft het hof een te strenge maatstaf aangelegd: art. 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.