BR 2004/167
HR, 20-02-2004, nr. 1391: Onteigening Betuweroute
HR 20-02-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN7625, m.nt. J.F. de Groot (Onteigening Betuweroute)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 2004
- Magistraten
Mrs. A.G. Pos, L. Monné, P.J. van Amersfoort, J.C. van Oven en C.J.J. van Maanen
- Zaaknummer
1391
- Noot
J.F. de Groot
- LJN
AN7625
- Roepnaam
Onteigening Betuweroute
- JCDI
JCDI:ADS877203:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Onteigeningsrecht / Onteigening
Onteigeningsrecht / Voorkeursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN7625, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN7625, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2004
Essentie
Onteigening ten behoeve van de aanleg van de Betuweroute. Waardevermindering van het overblijvende. Vraag of de overlast op het overblijvende als onteigeningsgevolg moet worden aangemerkt:
Partij(en)
Advocaat van Railinfrabeheer BV, eiseres tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
tegen
Advocaat van H.G.J. Sweeres, verweerder in cassatie, eiser in het incidentele cassatieberoep: mr. R.F. Thunnissen
Uitspraak
1. Geding in feitelijke instantie
1.1
Bij exploot van 20 april 1999 heeft eiseres tot cassatie (hierna: RIB) de verweerder in cassatie (hierna: Sweeres) doen dagvaarden voor de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, en gevorderd ten behoeve van de aanleg van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.