RvdW 2004, 32
Vennootschap onder firma: verdeling vennootschappelijk vermogen; waardering vermogensbestanddelen tegen agrarische waarde?; redelijkheid en billijkheid; bedoeling vennoten; aard rechtsverhouding deelgenoten. Schenking door niet handelen?; vrijgevigheidsvereiste.
HR 13-02-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8172
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2004
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, A. Hammerstein, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/233HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AN8172
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8172, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2004
- Wetingang
BW (oud) art. 4:967; BW (oud) art. 4:1132; BW (oud) art. 7A:1703; BW art. 7:175; BW art. 7:186
Essentie
Vennootschap onder firma: verdeling vennootschappelijk vermogen; waardering vermogensbestanddelen tegen agrarische waarde?; redelijkheid en billijkheid; bedoeling vennoten; aard rechtsverhouding deelgenoten. Schenking door niet handelen?; vrijgevigheidsvereiste.
Bij de waardering van de vermogensbestanddelen voor de verdeling van de gemeenschap van de v.o.f. is in een geval als het onderhavige niet beslissend dat de vennootschapsstatuten alleen de onroerende zaken noemen als vermogensbestanddelen die tegen agrarische waarde gewaardeerd moeten worden. In aanmerking moet worden genomen dat de rechtsverhouding tussen de deelgenoten wordt beheerst door de maatstaven van redelijkheid en billijkheid die in het algemeen in de weg staan aan een waardering die voortzetting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.