NJ 2004, 601
Antillenzaak. Kort geding tot opheffing conservatoir beslag; wanneer is sprake van een vreemdelingenbeslag? Relatief bevoegde rechter; geen ambtshalve toetsing relatieve bevoegdheid; strekking domiciliekeuze bedoeld in art. 313 lid 4 RvNA; verwijzing na gegrondbevinding grief tegen bevoegdverklaring; redelijke wetstoepassing.
HR 09-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8487
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 januari 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, E.J. Numann
- Zaaknummer
R02/049HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AN8487
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN8487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN8487, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2004
- Wetingang
RvNA art. 127a; RvNA art. 632; RvNA art. 313; BWNA (oud) art. 72
Essentie
Antillenzaak. Kort geding tot opheffing conservatoir beslag; wanneer is sprake van een vreemdelingenbeslag? Relatief bevoegde rechter; geen ambtshalve toetsing relatieve bevoegdheid; strekking domiciliekeuze bedoeld in art. 313 lid 4 RvNA; verwijzing na gegrondbevinding grief tegen bevoegdverklaring; redelijke wetstoepassing.
Nu thans eiser tot cassatie zijn werkelijke woonplaats heeft in Frankrijk en niet is gebleken dat hij voorafgaande aan de ten laste van hem door thans verweerster in cassatie gelegde (eigen)beslagen op de voet van art. 72 BWNA (oud) schriftelijk domicilie had gekozen op Sint Maarten, dient het gelegde beslag te worden aangemerkt als een vreemdelingen(eigen)beslag als bedoeld in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.