NJ 2004/386
Wet voorkeursrecht gemeenten; aanwijzing als bedoeld in art. 8 lid 1; art. 5: limitieve opsomming verval aanwijzing. Koper geen belanghebbende in zin art. 1:2 Awb.
HR 19-12-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AL7043, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/128HR
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
AL7043
- JCDI
JCDI:ADS143303:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AL7043, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AL7043, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2003
- Wetingang
Awb art. 1:2 lid 1; Wet voorkeursrecht gemeenten art. 5; Wet voorkeursrecht gemeenten art. 8 lid 1
Essentie
Wet voorkeursrecht gemeenten; aanwijzing als bedoeld in art. 8 lid 1; art. 5: limitieve opsomming verval aanwijzing. Koper geen belanghebbende in zin art. 1:2 Awb.
Een anterieure aanwijzing op de voet van de Wvg die in bezwaar heeft standgehouden, behoudt haar volle werking ten opzichte van posterieure registraties. In art. 5 Wvg wordt limitatief opgesomd in welke gevallen B en W een aanwijzing moeten doen vervallen en daartoe behoort niet het geval dat de bestuursrechter een beslissing op bezwaar waarbij de aanwijzing wordt gehandhaafd, vernietigt en het bestuursorgaan opdraagt met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.