NJ 2004, 151
Bewijskracht verklaring opgesteld door procespartij; bewijswaardering. Vernietiging bouwvergunning; aansprakelijkheid gemeente uit onrechtmatige daad jegens vergunninghouder?
HR 19-12-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AL8422
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Magistraten
R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/094HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AL8422
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AL8422, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AL8422, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2003
- Wetingang
Essentie
Bewijskracht verklaring opgesteld door procespartij; bewijswaardering. Vernietiging bouwvergunning; aansprakelijkheid gemeente uit onrechtmatige daad jegens vergunninghouder?
Op zichzelf verzet geen rechtsregel zich ertegen dat een procespartij een derde verzoekt om een door haar ten behoeve van een procedure tevoren opgestelde verklaring betreffende bepaalde feiten te ondertekenen indien deze met die verklaring instemt, en om de ondertekende verklaring vervolgens in de procedure over te leggen. De waardering van de bewijskracht van dergelijke verklaringen is overgelaten aan het oordeel van de rechter, die zich in het bijzonder zal dienen af te vragen in hoeverre aan de betrouwbaarheid van de verklaring afbreuk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.