RvdW 2003, 185
Ongebruikt laten door de Staat van de hem toekomende beroepsmogelijkheid ex art. 175 EG-Verdrag (thans art. 232 EG): onrechtmatig jegens burger die daarbij belang heeft?
HR 05-12-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AI0294
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C02/140HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AI0294
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AI0294, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑12‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AI0294, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2003
- Wetingang
EG-Verdrag (oud) art. 173; EG-Verdrag (oud) art. 175; EG-Verdrag art. 230; EG-Verdrag art. 232; EG-Besch. nr. 94/381 art. 1; BW art. 6:162
Essentie
Ongebruikt laten door de Staat van de hem toekomende beroepsmogelijkheid ex art. 175 EG-Verdrag (thans art. 232 EG): onrechtmatig jegens burger die daarbij belang heeft?
In verband met de door thans verweerders in cassatie betrokken stelling dat de Staat jegens hen gehouden is de schade te vergoeden die zij lijden als gevolg van het tekortschieten van de Staat in het treffen van maatregelen om te bereiken dat de Commissie van de EG machtiging zou afgeven tot het gebruik van het zgn. Eiwitscheidingsprotocol (waarin is vastgelegd een productie- en controlesysteem als bedoeld in art. 1 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.