RvdW 2003, 182:Naburige rechten. Billijke vergoeding ex art. 7 WNR. Aftrek voor zgn. ‘niet-Rome-muziek’; bewijslastverdeling.

RvdW 2003, 182

Naburige rechten. Billijke vergoeding ex art. 7 WNR. Aftrek voor zgn. ‘niet-Rome-muziek’; bewijslastverdeling.

Documentgegevens:

HR 28-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AK3694

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 28 november 2003
Magistraten: R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
Zaaknummer: C02/074HR
Conclusie: A-G Verkade
LJN: AK3694
Vakgebied(en): Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2003:AK3694, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AK3694, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2003
Wetingang: WNR art. 7; WNR art. 15; WNR art. 32; Rv (oud) art. 177

Essentie

Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het bepaalde in art. 7 lid 1 Wet op de naburige rechten (WNR) geeft het oordeel van de Rechtbank dat het basistarief voor de aan SENA verschuldigde billijke vergoeding als bedoeld in art. 7 WNR niet onverkort kan worden toegepast indien het percentage ‘Rome-muziek’, d.w.z. muziek waarvan de producent onderdaan is van of een rechtspersoon is opgericht naar het recht van een Staat die partij is bij het Verdrag van Rome inzake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.