JOL 2003, 583
Verpanding vordering: verrekening tegenvordering op oorspronkelijk schuldeiser; vereiste van dezelfde rechtsverhouding.
HR 14-11-2003, ECLI:NL:HR:2003:AK3700 (ING/Bakker)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
C02/174HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AK3700
- Roepnaam
ING/Bakker
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AK3700, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AK3700, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑11‑2003
Essentie
Verpanding vordering: verrekening tegenvordering op oorspronkelijk schuldeiser; vereiste van dezelfde rechtsverhouding.
Ingevolge art. 6:130 BW is een schuldenaar van een verpande vordering bevoegd een tegenvordering in verrekening te brengen mits deze tegenvordering voortvloeit uit dezelfde rechtsverhouding als de verpande vordering, zodat niet van belang is of de tegenvordering voortvloeit uit dezelfde rechtsverhouding als het pandrecht op de vordering.
Partij(en)
ING Bank NV, te Amsterdam, eiseres tot cassatie, adv. mr. T.H. Tanja-van den Broek,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. E. Grabandt.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.