RvdW 2003, 171
Antillenzaak. Uitlevering op grond van Uitleveringsverdrag met VS Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit onverbindend wegens strijd met EVRM, Statuut en Grondwet? Verhouding tussen Statuut en Grondwet. ‘Law’ in de zin van art. 5 EVRM. Schending van art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR wegens verschil in rechtsmiddelen tussen de verschillende landen van het Koninkrijk?
HR 07-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AI0355
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R02/037HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AI0355
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
Staatsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AI0355, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AI0355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2003
- Wetingang
Essentie
Antillenzaak. Uitlevering op grond van Uitleveringsverdrag met VS Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit onverbindend wegens strijd met EVRM, Statuut en Grondwet? Verhouding tussen Statuut en Grondwet. ‘Law’ in de zin van art. 5 EVRM. Schending van art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR wegens verschil in rechtsmiddelen tussen de verschillende landen van het Koninkrijk?
Regeling van de uitlevering bij het Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit — dat de staat van algemene maatregel van rijksbestuur heeft — is niet in strijd met enige bepaling van het Statuut. De regeling kan worden aangemerkt als een regeling krachtens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.