JOL 2003, 565
Antillenzaak. Uitlevering op grond van Uitleveringsverdrag met V.S. Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit onverbindend wegens strijd met EVRM, Statuut en Grondwet? Verhouding tussen Statuut en Grondwet. ‘Law’ in de zin van art. 5 EVRM. Schending van art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR wegens verschil in rechtsmiddelen tussen de verschillende landen van het Koninkrijk?
HR 07-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AI0355
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R02/037HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AI0355
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AI0355, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AI0355, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2003
Essentie
Antillenzaak. Uitlevering op grond van Uitleveringsverdrag met V.S. Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit onverbindend wegens strijd met EVRM, Statuut en Grondwet? Verhouding tussen Statuut en Grondwet. ‘Law’ in de zin van art. 5 EVRM. Schending van art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR wegens verschil in rechtsmiddelen tussen de verschillende landen van het Koninkrijk?
Regeling van de uitlevering bij het Nederlands Antilliaans Uitleveringsbesluit — dat de staat van algemene maatregel van rijksbestuur heeft — is niet in strijd met enige bepaling van het Statuut. De regeling kan worden aangemerkt als een regeling krachtens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.