NJ 2007, 446
HR, 10-10-2003, nr. C02/122HR
HR 10-10-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF9444
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2003
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/122HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AF9444
- JCDI
JCDI:ADS111669:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Personen- en familierecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF9444, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF9444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2003
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2002
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Arbeidsovereenkomst of alimentatieovereenkomst?; uitleg; maatstaf.
Het Hof heeft ten onrechte de tekst van de schriftelijke 'arbeidsovereenkomst' doorslaggevend geacht voor de conclusie dat sprake was van een arbeidsovereenkomst: bij het vaststellen van de overeengekomen verplichtingen moet immers worden gelet op alle omstandigheden van het geval en niet alleen op de schriftelijke tekst van de overeenkomst. De overeenkomst had klaarblijkelijk geen andere strekking dan aan thans verweerster in cassatie een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud te verschaffen.
Samenvatting
Na echtscheiding heeft de vrouw een schriftelijke overeenkomst gesloten met een B.V. waarvan de man aandeelhouder en bestuurder is, zulks ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.