RvdW 2003, 144
Bewijslastverdeling; voorshands bewezen behoudens tegenbewijs; eisen te stellen aan aanbod in hoger beroep tot aanvullend tegenbewijs.
HR 12-09-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7677
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 september 2003
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/091HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AF7677
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7677, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑09‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7677, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑09‑2003
- Wetingang
Rv art. 151; Rv (oud) art. 178; K art. 294
Essentie
Bewijslastverdeling; voorshands bewezen behoudens tegenbewijs; eisen te stellen aan aanbod in hoger beroep tot aanvullend tegenbewijs.
In een situatie waarin de rechter in eerste aanleg bepaalde door de ene partij gestelde feiten en omstandigheden voorshands bewezen heeft geacht en de andere partij heeft toegelaten tot het leveren van tegenbewijs en die andere partij met het oog daarop een aantal getuigen heeft doen horen, mag van laatstgenoemde worden verwacht dat zij, indien zij vervolgens in hoger beroep een bewijsaanbod doet met de bedoeling aanvullend tegenbewijs te leveren, dit bewijsaanbod nader toelicht, bijvoorbeeld door te specificeren dat en waarom zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.