RvdW 2003, 131
Verrekening in faillissement; strekking van art. 53 lid 3 Fw. Beroep op art. 6:136 BW; maatstaf.
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7535 (Frog/JMH Beheer,Failissement Alco)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Magistraten
R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/070HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AF7535
- Roepnaam
Frog/JMH Beheer
Failissement Alco
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7535, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7535, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
- Wetingang
BW art. 6:130; BW art. 6:136; BW art. 6:145; Fw art. 53
Essentie
Verrekening in faillissement; strekking van art. 53 lid 3 Fw. Beroep op art. 6:136 BW; maatstaf.
Het bij de wijziging van de Faillissementswet in 1992 aan art. 53 Fw toegevoegde derde lid waarin is bepaald dat de curator geen beroep kan doen op art. 6:136 BW, strekt slechts ertoe buiten twijfel te stellen dat art. 6:136— in afwijking van de regeling inzake de verrekening buiten faillissement — in faillissement niet van toepassing is. Indien de curator een tot de boedel behorende vordering cedeert aan een derde, brengt het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.