NJ 2005, 103
Omvang bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten.
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7419, m.nt. C.E. du Perron (Van Zuylen/Rabo Schaijk-Reek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/257HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
C.E. du Perron
- LJN
AF7419
- Roepnaam
Van Zuylen/Rabo Schaijk-Reek
- JCDI
JCDI:ADS49830:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7419, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7419, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
- Wetingang
BW art. 6:101; BW art. 6:162
Essentie
Omvang bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten.
Een bank die van haar particuliere cliënten opdrachten tot het uitvoeren van optietransacties ontvangt, is als professionele en op dit terrein bij uitstek deskundig te achten dienstverlener tot een bijzondere zorgplicht gehouden, gelet op de zeer grote risico's die aan dergelijke transacties verbonden kunnen zijn. De strekking van deze zorgplicht dwingt ertoe aan te nemen dat, anders dan het Hof heeft geoordeeld, een bank in beginsel in strijd met die zorgplicht handelt indien zij haar cliënt volgt in diens uitdrukkelijke wens dat, niettegenstaande hij niet voldoet aan de gebruikelijke margeverplichting, uitvoering wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.