Gst. 2004, 4
HR, 20-06-2003, nr. C02/033HR: Staat/Harrida
HR 20-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7902, m.nt. J.A.E. van der Does (Staat/Harrida)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 2003
- Magistraten
mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C02/033HR
- Noot
J.A.E. van der Does
- LJN
AF7902
- Roepnaam
Staat/Harrida
- JCDI
JCDI:ADS882832:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF7902, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF7902, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑2003
- Wetingang
Awb art. 3:4
Essentie
Gelijkheidsbeginsel. Onevenredige nadelige gevolgen van overheidshandelen buiten het normale maatschappelijke of bedrijfsrisico niet ten laste van beperkte groep. Voorzienbaar risico. (Staat)
Samenvatting
Een van de verschijningsvormen van het gelijkheidsbeginsel is de regel dat de onevenredig nadelige — dat wil zeggen: buiten het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico vallende, en op een beperkte groep burgers of instellingen drukkende — gevolgen van een overheidshandeling of overheidsbesluit niet ten laste van die beperkte groep behoren te komen, maar gelijkelijk over de gemeenschap dienen te worden verdeeld (vgl. HR 8 januari 1991, nr. 14096, NJ 1992, 638, ABRvS ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.