Kort geding. Opheffing beslag; stelplicht: belangenafweging.

Documentgegevens:

HR 13-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5529

Instantie: Hoge Raad
Datum: 13 juni 2003
Magistraten: Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst
Zaaknummer: C01/259HR
Conclusie: A-G Verkade
LJN: AF5529
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2003:AF5529, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑06‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF5529, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2003
Wetingang: Rv art. 256; Rv art. 291 (oud); Rv art. 438; Rv art. 705

Essentie

Het ligt in de eerste plaats op de weg van degene die de opheffing van een beslag vordert, met inachtneming van de beperkingen van het kort geding, aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is, zij het dat de kortgedingrechter dient te beslissen aan de hand van een beoordeling van wat door partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal: is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen.

Samenvatting

Tijdens vervoer met motorschip is deklading ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.