NJ 2003, 707
Cassatie; aan cassatiemiddel te stellen eisen.
HR 06-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5889, m.nt. W.D.H. Asser
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 juni 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/058HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
W.D.H. Asser
- LJN
AF5889
- JCDI
JCDI:ADS143290:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF5889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF5889, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑06‑2003
- Wetingang
Essentie
Cassatie; aan cassatiemiddel te stellen eisen.
De in het middel vervatte rechtsklacht wordt in het geheel niet uitgewerkt; de klacht dat het Hof bepaalde feiten niet heeft onderkend kan niet tot cassatie leiden aangezien zij is gebaseerd op feiten ten aanzien waarvan niet wordt gespecificeerd waar zij in de gedingstukken eerder zijn aangevoerd noch op welke grond in cassatie van de juistheid ervan moet worden uitgegaan en zij opkomt tegen een zuiver feitelijk oordeel en een dergelijk oordeel in cassatie niet op juistheid kan worden getoetst. De in het middel geformuleerde klachten voldoen aldus niet aan de eisen die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.