AB 2004, 157
Betekenis wetsinterpreterende beleidsregel; karakter beleidsregel; reikwijdte legaliteitsbeginsel; verschil met algemeen verbindend voorschrift; buitenwettelijke richtlijn.
HR 23-05-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF4610, m.nt. F.J. van Ommeren (basisschool De Springplank)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 mei 2003
- Magistraten
Mrs. Herrmann, Beukenhorst, De Savornin Lohman, Hammerstein, Bakels
- Zaaknummer
C01/263HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
F.J. van Ommeren
- LJN
AF4610
- Roepnaam
basisschool De Springplank
- JCDI
JCDI:ADS60546:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF4610, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑05‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF4610, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2003
- Wetingang
Essentie
Betekenis wetsinterpreterende beleidsregel; karakter beleidsregel; reikwijdte legaliteitsbeginsel; verschil met algemeen verbindend voorschrift; buitenwettelijke richtlijn.
Samenvatting
Hetgeen inmiddels in titel 4.3 (art. 4:81–4:84) Awb is bepaald omtrent beleidsregels kan worden beschouwd als ongeschreven in de rechtspraak ontwikkeld recht in de voor dit geding relevante periode. Uit deze regeling blijkt dat het bestuursorgaan (en dus niet de burger) aan een beleidsregel kan worden gehouden. Beleidsregels regelen slechts de uitoefening van bevoegdheden. Zij scheppen geen (nieuwe) bevoegdheden. De door de minister gegeven (interpretatieve) beleidsregel, waarin (onder meer) de zo-even vermelde wetsbepaling aldus wordt uitgelegd dat een afschrift van de bouwopdracht door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.