EB 2003, 28
HR, 02-05-2003, nr. C02/244HR
HR 02-05-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF8125
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 mei 2003
- Zaaknummer
C02/244HR
- LJN
AF8125
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF8125, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑05‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF8125, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑05‑2003
- Wetingang
Rv art. 798
Uitspraak
M en V zijn gehuwd geweest, maar inmiddels gescheiden. Uit het huwelijk zijn twee, thans meerderjarige, kinderen geboren. Partijen hebben in 1992 een echtscheidingsovereenkomst gesloten, waarin onder andere het volgende is opgenomen:
‘dat partijen thans de onderlinge afspraken met betrekking tot het levensonderhoud van de kinderen willen vastleggen;
verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1. M betaalt vanaf 1 april 1992 een bijdrage van ƒ 2500 per kind per jaar;
2. de wettelijke indexering wordt voor de toekomst uitgesloten;
3. M zal ook na de 21ste verjaardag van de kinderen voornoemde bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.