NJ 2003, 466
Onteigening. Procureur; bevoegdheid na wijziging arrondissement door gemeentelijke herindeling.
HR 25-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7872 (Onteigening Breda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 2003
- Magistraten
E. Korthals Altes, L. Monné, A.R. Leemreis, J.C. van Oven, C.J.J. van Maanen
- Zaaknummer
1370
- Conclusie
A-G Wattel
- LJN
AF7872
- Roepnaam
Onteigening Breda
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7872, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7872, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2003
- Wetingang
Adv.w art. 61
Essentie
Onteigening. Procureur; bevoegdheid na wijziging arrondissement door gemeentelijke herindeling.
Samenvatting
Een procureur is bij een rechterlijk college toegelaten zolang dat maar een rechterlijk college is dat gevestigd is in het arrondissement van de rechtbank waarbij die procureur is ingeschreven (art. 61, lid 2, Advocatenwet). Indien de plaats waar een procureur kantoor houdt, ten gevolge van een gemeentelijke herindeling tot een ander arrondissement gaat behoren, blijft de betrokken procureur dan ook toegelaten bij de rechtbank waarbij hij ingeschreven is, zolang hij niet (op eigen verzoek dan wel op de voet van art. 12 lid 5 jo. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.