RvdW 2003, 74
Pensioenverevening; reparatiehuwelijk; art. 1:166 BW.
HR 11-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2685
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R01/105HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF2685
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2685, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
- Wetingang
BW art. 1:166; WVP art. 3; WVP art. 12
Essentie
Pensioenverevening; reparatiehuwelijk; art. 1:166 BW.
Art. 1:166 BW dient, ook voor de toepassing van de WVP, aldus te worden uitgelegd dat indien de gescheiden echtgenoten met elkaar hertrouwen, alle gevolgen van het eerdere huwelijk van rechtswege herleven, hetgeen dan meebrengt dat bij de vaststelling van het voor pensioenverevening in aanmerking komende pensioen rekening behoort te worden gehouden met de periode van het eerste huwelijk dat — anders dan het tweede huwelijk — vóór de inwerkingtreding van de WVP is ontbonden.
Samenvatting
Man en vrouw zijn op huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.