NJ 2003, 152
Geldlening; gezinsbeschermende bepalingen; toestemmingsvereiste; restrictieve uitleg; rechtszekerheid.
HR 29-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE8201, m.nt. W.M. Kleijn (Zijlstra/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/090HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AE8201
- Roepnaam
Zijlstra/Rabobank
- JCDI
JCDI:ADS143174:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8201, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE8201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2002
- Wetingang
BW art. 1:88
Essentie
Geldlening; gezinsbeschermende bepalingen; toestemmingsvereiste; restrictieve uitleg; rechtszekerheid.
Het toestemmingsvereiste van art. 1:88 lid 1, aanhef en onder c, BW geldt slechts voor handelingen die in dit artikellid met name worden genoemd. Weliswaar kunnen ook andere rechtshandelingen dan de genoemde, zoals onder omstandigheden een overeenkomst van geldlening, een bedreiging vormen voor de financiële positie van de andere echtgenoot, maar het zou niet stroken met de vereiste zekerheid van het rechtsverkeer indien de eis van toestemming van de andere echtgenoot ook zou gelden in een alsdan moeilijk af te grenzen groep van andere gevallen dan die waarvoor de wet dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.