M en R 2003, 62
Verhouding tussen art. 8.1 en 8.18 Wm; geen lex specialis; bewijs van feitelijk leiding geven
HR 12-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2129, m.nt. L.E.M. Hendriks
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 november 2002
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Balkema
- Zaaknummer
00694/01E
- Noot
L.E.M. Hendriks
- LJN
AE2129
- JCDI
JCDI:ADS879625:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2129, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑11‑2002
- Wetingang
WMb art. 8.1; WMb art. 8.18; Sr art. 51 lid 2
Essentie
Verhouding tussen art. 8.1 en 8.18 Wm; geen lex specialis; bewijs van feitelijk leiding geven
Samenvatting
Verhouding tussen art. 8.1 en 8.18 Wm; geen lex specialis; bewijs van feitelijk leiding geven
Uitspraak
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 29 maart 1999 — de verdachte ter zake van 1. ‘overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 18.18 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, terwijl hij tot het feit opdracht heeft gegeven en feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.