NJ 2003, 15
Prorogatie kantonrechter; uitsluiting hoger beroep.
HR 08-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE7367
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 november 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/084HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AE7367
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE7367, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE7367, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2002
- Wetingang
Essentie
Prorogatie kantonrechter; uitsluiting hoger beroep.
Partijen die zich op de voet van het eerste lid van art. 43 (oud) RO, thans art. 96 Rv, tot de kantonrechter wenden, moeten als zij zich overeenkomstig art. 43 lid 2 (oud) RO, thans art. 333 Rv, de mogelijkheid van hoger beroep willen voorbehouden zulks uitdrukkelijk en eensluidend verklaren; een dergelijk voorbehoud kan niet worden aangenomen op grond van een stilzwijgend beding.
Samenvatting
In deze zaak staat de vraag centraal of partijen de mogelijkheid van hoger beroep hebben voorbehouden bij het inroepen van de beslissing van de kantonrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.