NJ 2002, 599
Wet BOPZ. Machtiging voortgezet verblijf: ontbreken medisch dossier; medisch dossier ter zitting; hoor en wederhoor. Bevoegdheid horen ouders. Onderzoek psychiater; geen persoonlijk contact; motiveringseisen. Gevaar; motiveringseisen.
HR 25-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE8476
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 oktober 2002
- Magistraten
P. Neleman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R02/062HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AE8476
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8476, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE8476, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2002
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ. Machtiging voortgezet verblijf: ontbreken medisch dossier; medisch dossier ter zitting; hoor en wederhoor. Bevoegdheid horen ouders. Onderzoek psychiater; geen persoonlijk contact; motiveringseisen. Gevaar; motiveringseisen.
Het ontbreken van het medische dossier heeft niet tot gevolg dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is, maar slechts dat pas op het verzoek kan worden beslist nadat het dossier alsnog is overgelegd. Nu noch uit de beschikking noch uit het proces-verbaal blijkt dat aan de raadsvrouw van betrokkene voldoende gelegenheid is gegeven tot kennisneming van en uitlating over het eerst ter zitting overgelegde medische dossier, had de Rechtbank gelet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.