NJ 2003, 241
Grafteken op ‘eigen graf’: duurzaam met de grond verenigd in de zin van art. 5:20 juncto art. 3:3 BW.
HR 25-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE6999, m.nt. W.M. Kleijn (Barbara/Aartsbisdom Utrecht,Grafteken)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 oktober 2002
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/282HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AE6999
- Roepnaam
Barbara/Aartsbisdom Utrecht
Grafteken
- JCDI
JCDI:ADS63770:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE6999, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE6999, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2002
- Wetingang
Essentie
Grafteken op ‘eigen graf’: duurzaam met de grond verenigd in de zin van art. 5:20 juncto art. 3:3 BW.
Het uitsluitend recht op een graf als bedoeld in art. 28 lid 1 Wet op de lijkbezorging (Wlb) verleent de rechthebbende op het desbetreffende graf (‘eigen graf’) niet de eigendom van het graf; eigenaar van het graf blijft de eigenaar van de grond. De Wet op de lijkbezorging bepaalt niets omtrent de eigendom van op ‘eigen graven’ geplaatste graftekens; van de natrekkingsregel van art. 5:20 BW kan slechts worden afgeweken bij wet in formele zin. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.