NJ 2003, 503
Overeenkomst van achterstelling; gevolgen; uitleg; Haviltex-criterium. Verrekening. Faillissement.
HR 18-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE5160, m.nt. C.E. du Perron (Buter e.a./Besix,Buter en Tiethoff/Besix en De Vliert)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 oktober 2002
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/066HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- Noot
C.E. du Perron
- LJN
AE5160
- Roepnaam
Buter e.a./Besix
Buter en Tiethoff/Besix en De Vliert
- JCDI
JCDI:ADS143130:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE5160, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE5160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2002
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 3:277
Essentie
Overeenkomst van achterstelling; gevolgen; uitleg; Haviltex-criterium. Verrekening. Faillissement.
Een tussen een schuldeiser en een schuldenaar gesloten overeenkomst als bedoeld in art. 3:277 lid 2 BW, die bepaalt dat de vordering van die schuldeiser jegens alle of bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent, impliceert niet zonder meer dat die schuldeiser zijn bevoegdheid tot verrekening heeft prijsgegeven of in geval van faillissement van zijn schuldenaar eerst dan zijn verhaalsrecht kan uitoefenen indien die andere schuldeisers zijn voldaan. Of deze gevolgen aan een overeenkomst van achterstelling zijn verbonden, is afhankelijk van hetgeen partijen in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.