RvdW 2002, 161
Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandige ondernemers; dekking na faillissement?; uitleg polisvoorwaarden; feitelijk oordeel.
HR 11-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE5157
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 oktober 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/068HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AE5157
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE5157, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE5157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2002
- Wetingang
BW art. 3:35; K art. 246
Essentie
Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandige ondernemers; dekking na faillissement?; uitleg polisvoorwaarden; feitelijk oordeel.
De klacht dat het Hof bij zijn uitleg van de verzekeringsvoorwaarden, met name van de woorden ‘de werkzaamheden verbonden aan zijn op het polisblad vermelde beroep’, heeft miskend dat bij verzekeringen als de onderhavige — een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandige ondernemers of beroepsbeoefenaren — een zelfstandig ondernemerschap na een faillissement niet meer mogelijk is, zodat na faillissement geen dekking bestaat, faalt: in aanmerking genomen dat de in die voorwaarden gebezigde bewoordingen niet zonder meer op een dergelijke beperking duiden en dat de verzekering dekking beoogt te bieden tegen inkomensverlies, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.