NJ 2002, 610
Verpanding software. Uitleg titel m.b.t. vraag voor welke vordering(en) verpanding heeft plaatsgevonden: Haviltex-maatstaf. Vereiste ‘voldoende bepaaldheid’ te verpanden goed in akte van verpanding.
HR 20-09-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE3381, m.nt. C.E. du Perron (ING Bank/Muller)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 september 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst
- Zaaknummer
C01/004HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
C.E. du Perron
- LJN
AE3381
- Roepnaam
ING Bank/Muller
- JCDI
JCDI:ADS143135:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3381, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE3381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2002
- Wetingang
Aw 1912 art. 2; BW art. 3:84; BW art. 3:98; BW art. 3:231; BW art. 3:236
Essentie
Verpanding software. Uitleg titel m.b.t. vraag voor welke vordering(en) verpanding heeft plaatsgevonden: Haviltex-maatstaf. Vereiste ‘voldoende bepaaldheid’ te verpanden goed in akte van verpanding.
Bij de uitleg van de titel die aan de — ingevolge art. 3:236 lid 2 BW juncto art. 2 lid 2 Auteurswet 1912 vereiste — akte tot vestiging van het pandrecht (op auteursrecht op software) ten grondslag ligt (d.w.z. de rechtsverhouding die tot het vestigen van het pandrecht verplichtte), dient de Haviltex-maatstaf te worden toegepast. Daarbij verdient opmerking dat de enkele omstandigheid dat een overeenkomst ook gevolgen heeft voor anderen dan partijen, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.