Computerrecht 2002, p. 393
HR, 20-09-2002, nr. C01/004HR: ING Bank/Muller
HR 20-09-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE3381, m.nt. R. van Esch (ING Bank/Muller)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 september 2002
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos en D.H. Beukenhorst
- Zaaknummer
C01/004HR
- Noot
R. van Esch
- LJN
AE3381
- Roepnaam
ING Bank/Muller
- JCDI
JCDI:ADS875568:1
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3381, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑09‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE3381, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑09‑2002
Essentie
Verpanding software — voldoende bepaalbaarheid
Partij(en)
ING Bank NV, gevestigd te Amsterdam,
eiseres tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster,
advocaat: mr. T.H. Tanja-van den Broek,
tegen
Mr. E. N. Muller, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van First Line Medical Group BV,
kantoorhoudende te Katwijk,
verweerder in cassatie, voorwaardelijk incidenteel eiser,
advocaat: mr. T. Cohen Jehoram.
Uitspraak
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie — verder te noemen: de curator — heeft bij exploit van 11 april 1997 eiseres tot cassatie — verder te noemen: de bank — gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam en gevorderd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.