NJ 2002, 563
Internationaal privaatrecht; Verdrag van Lugano (EVEX); bevoegdheid t.a.v. incassovordering in kort geding; litispendentie. Uitlegging EVEX.
HR 21-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE1545, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/241HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P. Vlas
- LJN
AE1545
- JCDI
JCDI:ADS143241:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE1545, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE1545, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2002
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht; Verdrag van Lugano (EVEX); bevoegdheid t.a.v. incassovordering in kort geding; litispendentie. Uitlegging EVEX.
Nu de Vertegenwoordigers van de Regeringen van de Staten die het EVEX hebben ondertekend en lid waren van de Europese Vrijhandelsassociatie op het tijdstip van de ondertekening van het EVEX hebben verklaard dat zij het juist achten dat hun gerechten bij de uitleg van het EVEX naar behoren rekening houden met de jurisprudentie van het HvJEG en van de gerechten van de Lid-staten van de EG inzake de bepalingen van het EEX die in hoofdzaak in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.