JAR 2002, 167
HR, 21-06-2002, nr. C00/240HR
HR 21-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE1529
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2002
- Magistraten
Mrs Herrmann, Fleers, Aaftink, De Savornin Lohman, Kop
- Zaaknummer
C00/240HR
- LJN
AE1529
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE1529, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE1529, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2002
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 6:2; BW art. 7:610; BW art. 7:616; BW art. 7:625
Samenvatting
Loonvordering. Rechtsverwerking; gerechtvaardigd vertrouwen; tijdsverloop.
Enkel tijdsverloop is onvoldoende om aan te nemen dat de aanspraak op loonsverhoging niet meer geldend zou worden gemaakt; daarvoor is de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden vereist.
(Ontleend aan NJ 2002, 540)