NJ 2003, 150
Onteigening. Waarde van het onteigende; verwachtingswaarde. Vergoeding bodembestanddelen; maatstaf.
HR 14-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE4378, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2002
- Magistraten
E. Korthals Altes, L. Monné, J.W. van den Berge, A.R. Leemreis, C.J.J. van Maanen
- Zaaknummer
1338
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
AE4378
- JCDI
JCDI:ADS113453:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE4378, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE4378, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2002
- Wetingang
Ow art. 40
Essentie
Onteigening. Waarde van het onteigende; verwachtingswaarde. Vergoeding bodembestanddelen; maatstaf.
Samenvatting
Door voor de waardebepaling van de onteigende gronden, die een agrarische bestemming hebben, aansluiting te zoeken bij prijzen die in de omgeving voor agrarische gronden door een redelijk handelend koper worden betaald, heeft de rechtbank miskend dat, ook al mag de toekomstige positie van de onteigende gronden zodanig zijn dat er gezien hun specifieke ligging geen bedrijfsbebouwing mogelijk is, dit nog niet betekent dat aan die gronden slechts een agrarische waarde kan worden toegekend. Denkbaar is immers dat een gegadigde ermee rekening zal houden dat de gronden, ofschoon daarop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.