NJ 2002, 413
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 36 Invorderingswet 1990; beleidsbepaler; formulier ‘mededeling betalingsonmacht’; mededelingsplicht Ontvanger. Passeren bewijsaanbod.
HR 24-05-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE2881, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 mei 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/203HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AE2881
- JCDI
JCDI:ADS63739:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE2881, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑05‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE2881, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2002
- Wetingang
Rv (oud) art. 178; Inv.w 1990 art. 36
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 36 Invorderingswet 1990; beleidsbepaler; formulier ‘mededeling betalingsonmacht’; mededelingsplicht Ontvanger. Passeren bewijsaanbod.
Nu uit de door het Hof in aanmerking genomen omstandigheden dat thans eiser tot cassatie namens de besloten vennootschap een aangiftebiljet omzetbelasting heeft ingediend en op dezelfde datum aan de fiscus heeft bericht dat er betalingsmoeilijkheden waren niet zonder meer volgt dat thans eiser tot cassatie het beleid van die besloten vennootschap heeft bepaald of mede bepaald als ware hij bestuurder, en het Hof dit ook niet afzonderlijk heeft vastgesteld, heeft het Hof met zijn oordeel dat thans eiser tot cassatie als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.