TvI 2002, p. 215
HR, 26-04-2002, nr. C00/294HR: Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl
HR 26-04-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9132, m.nt. R.J. van Doornmalen (Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2002
- Zaaknummer
C00/294HR
- Noot
R.J. van Doornmalen
- LJN
AD9132
- Roepnaam
Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl
- JCDI
JCDI:ADS874991:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9132, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2002
Partij(en)
Duitse banken
tegen
De Liagre Böhl q.q.
Noot
Auteur: R.J. van Doornmalen
1. Casus en procesverloop
De beleggingsmaatschappij Escensum Westerstraat BV te Rotterdam heeft een erfpachtsrecht op een perceel grond met daarop enkele kantorenpanden in eigendom. Op 31 juli 1990 wordt door Escensum Westerstraat BV op deze registergoederen aan de Deutsche Hypothekenbank AG en de BHF-Bank AG (hierna aan te duiden als de ‘Banken’) een recht van hypotheek gevestigd tot zekerheid van verstrekte geldleningen. Na het vertrek van de huurder in 1992 komen de kantorenpanden leeg te staan. Wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.