NJ 2005, 180
Hypotheek; ‘beheer’ als bedoeld in art. 3:267 BW; omvang bevoegdheid hypotheekhouder tot executie; bevoegdheid tot sloop vóór levering? Positie faillissementscurator.
HR 26-04-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9132, m.nt. S.C.J.J. Kortmann (Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 april 2002
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/294HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
S.C.J.J. Kortmann
- LJN
AD9132
- Roepnaam
Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl
- JCDI
JCDI:ADS143156:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9132, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2002
- Wetingang
BW art. 3:267; BW art. 3:268; Fw art. 57; Fw art. 59
Essentie
Hypotheek; ‘beheer’ als bedoeld in art. 3:267 BW; omvang bevoegdheid hypotheekhouder tot executie; bevoegdheid tot sloop vóór levering? Positie faillissementscurator.
Van een onjuiste rechtsopvatting getuigt 's Hofs oordeel dat de aan de Banken op de voet van art. 3:267 BW verleende machtiging de verhypothekeerde registergoederen te beheren hun het recht verleende om zo nodig, dat wil zeggen ter wille van een zo gunstig mogelijke verkoop, die registergoederen geheel of gedeeltelijk te slopen; onder het begrip ‘beheer’, zoals dit wordt gebruikt in art. 3:267 BW, kan, gezien de betekenis die op andere plaatsen in de wet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.